Hieronder een gedeelte uit het boek Vrij van de Wet? van drs. E. Noordermeer
De Tora: geen status-quo
Veel gelovigen denken dat er pas sprake is van een ‘Wet van God’ sinds de openbaring op de Sinaï. Die gedachte klopt niet. De openbaring op de Sinaï is wel heel bijzonder. Het is het kloppend hart van de Tora en neemt qua volume ook een behoorlijk deel van de totale tekst in beslag. Toch heeft God vanaf de schepping en op tal van momenten daarna Zijn richtlijnen aan de mens gecommuniceerd. Tussen God en de mens is er communicatie zodra de omstandigheden daartoe aanleiding geven. Het is een proces van voortschrijdende openbaring dat volledig parallel loopt aan de veranderingen van het leven. Omdat de Tora als openbaring en onderwijzing bedoeld is, is het logisch dat er weer opnieuw onderwijzing nodig is als de situatie sterk verandert.
Voor Adam en Eva was het leven nieuw. Zij hadden onderricht nodig over het leven zelf. De Schepper onderwees hun hoe zij als schepsel met zichzelf en de schepping om moesten gaan. God spreekt Zich hier al uit over hun dagelijks voedsel, het werk van Adam, het werk van Eva, het huwelijk en Hij stelt de zevende dag als rustdag in. Ook kregen Adam en Eva een eerste verbod, namelijk het verbod om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad (Gen.2). Voor zover u de overtuiging hebt dat wetten alleen maar nodig zijn in een zondige wereld, wil ik hier toch benadrukken dat God Zijn eerste regels gaf voor de zondeval.
Gods regels horen blijkbaar bij het leven.
Na de zondeval communiceert God vele malen waarin Hij telkens richtlijnen aan de mens geeft als de omstandigheden veranderen. De mens moet zien te overleven in een wereld die ‘onder de zonde’ ligt en kan hierbij beslist Gods hulp gebruiken. Gods richtlijnen zijn aanvullend op die van de schepping en bedoeld om de gevolgen van de zonde in te perken. Aan de diverse aartsvaders en stamhoofden als Adam, Noach, Job, Abraham, Izak en Jakob geeft God richtlijnen. Over Abraham zegt God:
… omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft. (Gen.26:5)
Al deze aartsvaders leefden ver voor de openbaring op de Sinaï. Juist omdat zij het hoofd zijn van een stam of gemeenschap helpt God hen hoe hun gemeenschap het best geleid kan worden.
De Sinaï is het moment dat de Israëlieten een groot volk worden. God geeft Zijn richtlijnen om een natie te kunnen worden met een heilige godsdienst. Als ze op het punt staan een grondgebonden natie te worden met geografische grenzen, komen daar de richtlijnen bij die zijn gegeven in de vlakte van Moab. Het is het boek Deuteronomium.
En tot slot komt de Zoon, de Uitverkorene, die in de Bergrede de richtlijnen uitspreekt voor gelovigen hoe zij zich het beste als volgelingen van Hem kunnen gedragen (Matt.5-7).
Zo onderscheiden wij diverse momenten waarin God communiceert. Samenvattend:
· Scheppingsonderwijs: De beste regels voor het leven.
· Alle voorschriften na de zondeval: De beste regels om te overleven in een zondige wereld.
· Voorschriften aan stamhoofden: De beste regels voor een gemeenschap.
· De openbaring op de Sinaï: De beste regels voor een samenleving.
· Regelgeving in de vlakte van Moab: De beste regels om grondgebonden te wonen en met land om te gaan.
· De Bergrede: De beste regels voor discipelschap.
Zo is God meegegaan met de ontwikkeling van de mens en heeft Hij voor alle vormen van samenleven Zijn blauwdruk neergelegd. Het getuigt van een diepe verbinding die God heeft met Zijn schepselen en de enorme zorg die Hij voor hen heeft.