Ik dit hoofdstuk wil ik nadenken over iets wat veel gelovigen met de paplepel is ingegeven, namelijk Schriftgezag. Velen kennen het woord, maar het heeft niet voor alle gelovigen dezelfde betekenis. Het is een wat beladen woord: Schriftgezag. Wat bedoelen wij er eigenlijk mee?
Basisgezag
Over het algemeen bedoelen we ermee dat wij geloven dat het Woord van God waar is van kaft tot kaft. Er staan geen leugens in. Het geschrevene is betrouwbaar. In deze omschrijving kan ik mij erg goed vinden. De Bijbel is een eerlijk boek. Ook alle onhebbelijkheden van het uitverkoren volk worden omschreven. Hun gehoorzaamheid aan God maar ook en hun ongehoorzaamheid. Zelfs zware zonden als afgoderij worden niet verzwegen. Overwinningen en nederlagen, zegeningen en vervloekingen, alles wordt beschreven.
Ik denk dat er geen volk op aarde is wiens geschiedenis zo eerlijk is beschreven als dat van het volk Israël.
Ja, het Woord is waar van kaft tot kaft.
Afgeronde openbaring
Maar als met Schriftgezag ook wordt bedoeld dat alle woorden in de Bijbel evenveel gezag hebben, dan haak ik af. Dat is namelijk onschriftuurlijk. De Bijbel geeft zelf aan dat woorden verschillende nivo’s van gezag hebben. Een aantal boeken springen er qua gezag gewoon uit, omdat de Bijbel dat zelf aangeeft. Bijvoorbeeld het boek Openbaring. Dit boek, geschreven door de apostel Johannes, sluit af met de volgende woorden:
Want ik getuig aan een ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet aan deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek beschreven zijn. (Openb.22:18-19)
Duidelijke woorden. Het boek Openbaring is af. Het is compleet en zijn inhoud is heilig. Openbaring is een profetisch boek uit het NT maar ook in het OT wordt het profetische boek Daniel afgesloten met gewichtige woorden:
Maar u, Daniel, houdt deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen. (Dan.12:4)
Verzegelen betekent dat er niets aan toegevoegd of afgedaan kan worden. Daniel is compleet maar de openbaring over het geschrevene zal toenemen. Ook over de eerste vijf boeken van het OT, wat wij de Wet noemen, worden waarschuwende, gewichtige woorden uitgesproken door Jezus.
Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen. (Matt.5:18-19)
Met andere woorden de Wet is af, hij is compleet. Er mag niets aan worden veranderd. Zowel de Wet, de profetische boeken uit het OT als Openbaring zijn boeken met woorden van hemels gezag. Het zijn afgeronde openbaringen met een heilige inhoud.
Boeken met open einde
Heel anders is het gesteld met de geschiedschrijvende boeken als de evangeliën en Handelingen. Dezelfde Johannes die het boek Openbaring heeft geschreven, waarvan hij zo duidelijk zegt dat het compleet is, heeft ook het evangelie Johannes geschreven. Hiervan zegt hij juist dat hij lang niet alles heeft opgeschreven omdat de verslaglegging anders veel te lang zou worden. Lees maar na in Joh.21:25. Van het boek Handelingen is altijd gezegd dat het een boek is dat nooit af is. Er wordt als het ware nog steeds aan geschreven. Het wordt voortgezet door alle predikers en martelaren die daarna zijn gekomen. Het einde van Handelingen is redelijk abrupt. Het lijkt alsof Lukas nog verder had willen schrijven, maar daartoe nooit is gekomen.
Onvolledige brieven
De brieven van het NT zijn op een andere manier niet compleet. Het zijn briefwisselingen tussen twee personen of tussen een apostel en een gemeente maar er is slechts één helft daarvan in de Bijbel gekomen. De andere partij ontbreekt eenvoudigweg. En dan ontbreken van die ene helft diverse brieven. Aan Korinthe zijn minstens vier brieven door Paulus geschreven maar we hebben er maar twee. Ook geven de brieven zelf aan dat zij niet volledig zijn. Dat is ook niet de opzet van correspondentie. De langste brief, Hebreeën, sluit af met de mededeling dat de brief slechts in het kort is geschreven en dat Timotheüs eraan komt en de Hebreeënschrijver zelf ook. Dit leest u in Hebr.13:22-23. Kortom, de Hebreeënbrief is een begin en er volgt nog meer onderricht, maar dan mondeling. En dat mondelinge gedeelte hebben we niet. Ook aan Korinthe schrijft Paulus dat hij Timotheüs zal sturen voor verder onderwijs. Lees maar na in 1Kor.4:17.
Zo zijn de geschiedschrijvingen en de brieven Bijbelboeken met een open einde. Ze zijn van een andere orde dan Openbaring, de Wet en de profeten.
Hemels gezag
In de Wet, de profeten en Openbaring spreekt God Zelf. Rechtstreeks zoals op de Sinaï of door middel van een profeet of engel. In sommige Bijbels zijn de woorden van Jezus in het rood gedrukt. Het geeft aan dat Jezus’ woorden onderscheiden moeten worden van andere woorden. Hoe toepasselijk is dan de kleur rood, het bloed van de Zoon. Zo zouden de woorden van God Zelf, wat mij betreft, ook een andere kleur mogen krijgen, bijvoorbeeld diepblauw, om daarmee te duiden dat het Woorden zijn rechtstreeks uit de hemel. En profetenwoorden of die van een engel, lichtblauw. Ze komen wel uit de hemel, maar net even anders.
Divers gezag
Voor u is de gedachte dat er binnen Gods Woord verschil van gezag is misschien nieuw, maar binnen de Joodse cultuur is het altijd zo geweest. Alle boeken van het OT hebben een eigen plek, maar niet hetzelfde gezag. De eerste vijf boeken van het OT, de Tora, hebben binnen het Jodendom het meeste gezag. Daarna de profeten waar ook de Psalmen toe behoren. Als laatste de feestrollen. Boeken als Job, Esther, Spreuken en Prediker behoren daartoe. Ze worden wel gelezen en bestudeerd maar ze zijn van een andere orde.
Opvallend in dit alles is de keus van de kerk. Het Christendom heeft erg veel verbinding met de brieven van het NT, vooral die van Paulus.
De kerk kent relatief veel gezag toe aan de brieven van Paulus.
Als er sprake is van verschillende geloofsinzichten worden vooral de brieven erop nageslagen. Discussies worden afgesloten met een citaat uit een brief, alsof daaruit het hoogste gezag spreekt.
Paulus
Paulus heeft wel een bijzondere bekering gehad en hij kreeg ook een bijzondere roeping, maar zijn onderricht was die van een Joodse rabbi die door zijn bekering een messiaanse rabbi werd. Zoals alle rabbi’s had hij veel gestudeerd. Zijn onderricht is te vergelijken met preken van een Bijbelgetrouwe theoloog. Het zijn wel woorden met gezag, maar geen hemels gezag zoals de woorden uitgesproken door God, de Zoon, een profeet of een engel.
Conclusie
De Bijbel is waar van kaft tot kaft maar inhoudelijk bevat zij woorden van verschillend gezag. Alles is waarheidsgetrouw, maar niet alles heeft hemels gezag. Laten we vooral letten op de diepblauwe en rode woorden, afkomstig van God zelf en de Zoon. Daarna op de lichtblauwe woorden, afkomstig van profeten en engelen. Dan lezen we met gepaste eerbied. En laten we discussies over geloofszaken eens afsluiten met een gekleurde tekst, woorden van hoger gezag.
Hoe zit het dan met de gewone, zwarte letters? Zijn die eigenlijk wel zinvol? Natuurlijk, ze geven zoveel noodzakelijke informatie. Hoe zei Paulus het ook al weer?
… U kent de heilige Schriften van jongs af, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. (2Tim.3:15-16)
Bedenk wel dat met de term ‘heel de Schrift’, op het moment dat Paulus dit schrijft, alleen het OT wordt bedoeld. Het NT was er nog niet. Paulus had er zelfs geen idee van dat er nog een volgend testament zou komen. Als er staat dat Timotheüs van jongs af de heilige Schrift kende, dan sloeg dat alleen op het OT.